Soorten Port

Vintage-port is altijd beschouwd als premium-port, maar omdat deze port eerst lange tijd moet rijpen, is het, afgezien van de kosten, een wijn voor zeer speciale gelegenheden. Voor andere gelegenheden is "late bottled vintage-port" de oplossing. Deze portsoort is van één oogstjaar en wordt praktisch elk jaar gemaakt. De wijn wordt vier tot zes jaar in vaten gerijpt voordat hij wordt gebotteld en is tegen die tijd veel beter gefilterd en gestabiliseerd dan vintage-port.

Vintage-port is niet zomaar een port, maar een rode port van een bijzonder goed oogstjaar, afkomstig van de beste wijngaarden. Hij staat aan de top van de porthiërarchie.

De portexpeditiebedrijven of de eigenaren van de quinta’s kunnen aangeven of hun port tot een Vintage-port uitgeroepen wordt, maar de uiteindelijke beslissing wordt genomen door het Port Instituut in Porto. In de praktijk blijkt dat gemiddeld één keer in de drie jaar een port het predikaat Vintage krijgt. Vintage-port moet gebotteld worden tussen 1 juli van het tweede jaar en 30 juni van het derde jaar na de oogst, waarna het rijpingsproces nog tientallen jaren in beslag neemt. Jonge Vintage-port is dieppaars van kleur, heeft veel tannines (verschillende stoffen, afkomstig uit de druivenschillen, die een stroeve sentatie op de tong veroorzaken en die zeer belangrijk zijn voor de houdbaarheid) en is krachtig en fruitig van smaak. Dat fruitige verdwijnt met de jaren, de kleur verandert naar licht paarsrood, de tannine wordt bitter en pas na zo’n 20 jaar in de lodges bereikt de wijn zijn hoogtepunt.

Crusted-port is altijd een specialisatie geweest van de Britse wijnhandel. De autoriteiten in Porto hebben hem nooit erkend, maar de crusted-port is een zeer goede ruby-port. Het is een blending van twee of drie verschillende oogsten die jong wordt gebotteld. Een kenmerk van deze port is dat hij droesem (bezinksel) vormt, waardoor decanteren vereist is. Decanteren is het overschenken van de wijn in een andere fles, zodat het bezinksel in de eerste fles achterblijft.

Het grootste gedeelte van de geproduceerde port is de gewone ruby, de witte port en de tawny. Ruby is een redelijk volle wijn, die geblend is met betrekkelijk jonge wijnen. Het heeft een rijke kleur, is fruitig en zoet. Witte port wordt, zoals de naam al aangeeft, gemaakt van witte druiven. In tegenstelling tot de andere ports ondergaan de witte de volledige gisting, voordat de wijnbrandewijn wordt toegevoegd. Vroeger waren de witte ports zoet of zelfs heel zoet zonder de finesse van de rode ports. Later heeft men dan ook droge witte ports geïntroduceerd. De tawny-port is ook een blending van verschillende oogsten van verschillende jaren. Deze lichtgekleurde, delicate port is niet zo zwaar als de vintage-port of de crusted-port. producenten/www.diapool.nl

Portwijn kan op twee manieren rijpen, namelijk op hout of in de fles. Als de wijn op hout rijpt dan moet het dikwijls overgegoten worden in andere vaten en wordt er - indien nodig - een jongere wijn aan toegevoegd. Tijdens het rijpen zijn een paar factoren heel belangrijk: de kwaliteit van de oogst, het onderhoud van de vaten, het luchten van de wijn tijdens het wijnverlaten (wijn uit het ene vat in het andere laten lopen), het compenseren van de geëvaporeerde alcohol en de ‘refresco’ van de portwijn. ‘Refresco’ is de toevoeging van een klein percentage jonge wijn. De karakteristiek die het meest verandert tijdens het  rijpen op hout is de kleur. Bij rode wijnen wordt de kleur geleidelijk zachter en bij witte wijnen gebeurt het tegenovergestelde: deze worden donkerder van kleur.

De portwijnen die in de fles rijpen zijn de Vintage-port en de Late Bottled-port. De reden hiervoor is dat deze twee ports van zo’n hoge kwaliteit zijn dat ze niet in aanraking mogen komen met lucht. Deze wijnen gaan respectievelijk voor het derde jaar en tussen de vier en zes jaar de fles in. Voor het bottelen, rijpen deze wijnen gewoon op hout. De flessen dienen liggend in het donker bewaard te worden bij een constante temperatuur. Hierdoor behouden de wijnen hun oorspronkelijke karakteristieken, zoals kleur en smaak.

ETEN en port
Welk eten past bij port? Een klassieke combinatie is port met stilton, omdat de sterke smaak van de wijn goed past bij de scherpe smaak van de kaas. gezellig uit in Porto/www.diapool.nlDit is de sleutel voor elke combinatie: er moet worden gekeken naar de intensiteit van de smaak. In de Douro serveert men lokale kaas, vergelijkbaar met edammer, met kweepeergelei (marmelade). De zoetscherpe combinatie laat zich zeer goed combineren met de zoetheid van port. Ondanks de zoete smaak past port niet goed bij de meeste desserts. Port is bijna nooit extreem zoet,vandaar dat hij naast de zoetheid van een dessert een dunne, wrange smaak zou kunnen krijgen.
Er zijn ook veel voorafjes die goed passen bij gekoelde tawny of witte port. Favorieten zijn gerookte ham, zoals serrano- en parmaham, salami en soortgelijke worstsoorten.
Wees niet bang om te experimenteren. Ontelbare hartige gerechten hebben een zoete component waardoor ze goed passen bij de zoete smaak van port…